Handboek Annuleren

Transparantie en matte gebruiken

  1. Photoshop Elements Handboek
  2. Kennismaken met Photoshop Elements
    1. Nieuw in Photoshop Elements
    2. Systeemvereisten | Photoshop Elements
    3. Basisbeginselen van de werkruimte
    4. Modus Met instructies
    5. Fotoprojecten maken
  3. Werkruimte en omgeving
    1. Kennismaken met het beginscherm
    2. Basisbeginselen van de werkruimte
    3. Voorkeuren
    4. Tools
    5. Deelvensters en vakken
    6. Bestanden openen
    7. Linialen, rasters en hulplijnen
    8. De verbeterde modus Snel
    9. Uitleg over bestandsinformatie
    10. Voorinstellingen en bibliotheken
    11. Ondersteuning voor multi-aanraking
    12. Werkschijven, plug‑ins en updates van de applicatie
    13. Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren
    14. Afbeeldingen weergeven
  4. Foto's corrigeren en verbeteren
    1. Afbeeldingen vergroten/verkleinen
    2. Uitsnijden
    3. Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken
    4. Vervaging toevoegen, kleuren vervangen en gedeelten van een afbeelding klonen
    5. Schaduwen en licht aanpassen
    6. Foto's retoucheren en corrigeren
    7. Foto's combineren
    8. Foto's verscherpen
    9. Transformeren
    10. Automatische slimme tint
    11. Opnieuw samenstellen
    12. Handelingen gebruiken om foto's te verwerken
    13. Photomerge-compositie
    14. Een panorama maken
    15. Bewegende overlays
    16. Bewegende elementen
  5. Tekst en vormen toevoegen
    1. Tekst toevoegen
    2. Tekst bewerken
    3. Vormen maken
    4. Vormen bewerken
    5. Overzicht van de tekenfuncties
    6. Tekentools
    7. Penselen instellen
    8. Patronen
    9. Opvullingen en lijnen
    10. Verlopen
    11. Werken met Aziatische tekst
  6. Snelle handelingen
  7. Bewerkingen met instructies, effecten en filters
    1. Modus Met instructies
    2. Filters
    3. Modus Met instructies: Photomerge-bewerkingen
    4. Modus Met instructies - Basisbewerkingen
    5. Aanpassingsfilters
    6. Effecten
    7. Modus Met instructies: Grappige bewerkingen
    8. Modus Met instructies - Speciale bewerkingen
    9. Artistieke filters
    10. Modus Bewerken met instructies: Kleurbewerkingen
    11. Modus Met instructies: Zwart-wit-bewerkingen
    12. Vervagingsfilters
    13. Penseelstreekfilters
    14. Vervormingsfilters
    15. Overige filters
    16. Ruisfilters
    17. Renderingsfilters
    18. Schetsfilters
    19. Stileerfilters
    20. Structuurfilters
    21. Pixelfilters
  8. Werken met kleuren
    1. Kleur begrijpen
    2. Kleurbeheer instellen
    3. De grondbeginselen van kleur- en tooncorrectie
    4. Kleuren kiezen
    5. Kleur, verzadiging en kleurtoon aanpassen
    6. Kleurzweem corrigeren
    7. Afbeeldingsmodi en kleurentabellen gebruiken
    8. Kleuren en Camera Raw
  9. Werken met selecties
    1. Selecties maken in Photoshop Elements
    2. Selecties opslaan
    3. Selecties aanpassen
    4. Selecties verplaatsen en kopiëren
    5. Selecties bewerken en verfijnen
    6. Selectieranden vloeiend maken met anti-aliasing en doezelen
  10. Werken met lagen
    1. Lagen maken
    2. Lagen bewerken
    3. Lagen kopiëren en rangschikken
    4. Aanpassings- en opvullagen
    5. Uitknipmaskers
    6. Laagmaskers
    7. Laagstijlen
    8. Dekking en overvloeimodi
  11. Fotoprojecten maken
    1. Grondbeginselen van projecten
    2. Fotoprojecten maken
    3. Fotoprojecten bewerken
    4. Reel met foto's maken
  12. Foto's opslaan, afdrukken en delen
    1. Afbeeldingen opslaan
    2. Foto's afdrukken
    3. Foto's online delen
    4. Afbeeldingen optimaliseren
    5. Afbeeldingen optimaliseren voor de JPEG-indeling
    6. Dithering in webafbeeldingen
    7. Bewerken met instructies: Deelvenster Delen
    8. Webafbeeldingen vooraf bekijken
    9. Transparantie en matte gebruiken
    10. Afbeeldingen optimaliseren voor de GIF- of PNG-8-indeling
    11. Afbeeldingen optimaliseren voor de PNG-24-indeling
  13. Sneltoetsen
    1. Toetsen voor het selecteren van tools
    2. Toetsen voor het selecteren en verplaatsen van objecten
    3. Toetsen voor het deelvenster Lagen
    4. Toetsen voor het tonen of verbergen van deelvensters (modus Expert)
    5. Toetsen voor tekenen en penselen
    6. Toetsen voor het gebruik van tekst
    7. Toetsen voor het filter Uitvloeien
    8. Toetsen voor het transformeren van selecties
    9. Toetsen voor het deelvenster Kleurstalen
    10. Toetsen voor het dialoogvenster Camera Raw
    11. Toetsen voor de Filtergalerie
    12. Toetsen voor het gebruik van overvloeimodi
    13. Toetsen voor het weergeven van afbeeldingen (modus Expert)

Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte

Met transparantie kunt u niet-rechthoekige afbeeldingen voor het web maken. Met achtergrondtransparantie, ondersteund door de GIF- en PNG-indeling, blijven transparante pixels in de afbeelding behouden en daardoor is de achtergrond van de webpagina door de transparante gebieden van uw afbeelding zichtbaar. (Alhoewel de JPEG-indeling geen transparantie ondersteunt, kunt u met een mattekleur de transparantie van de originele afbeelding simuleren.)

Een webknop zonder transparantie (links) en een webknop met transparantie (rechts)

Bij achtergronden met een matte wordt transparantie gesimuleerd door transparante pixels te vullen of te vermengen met een mattekleur die overeenkomt met de achtergrond van de webpagina. Dit wordt ondersteund in de GIF-, PNG- en JPEG-indeling. Achtergronden met een mattekleur werken het beste bij webpagina's met een effen achtergrondkleur en als u weet welke kleur dat is.

Als u achtergrondtransparantie of achtergronden met een matte in de geoptimaliseerde afbeelding wilt maken, moet u beginnen met een afbeelding die transparantie bevat. U kunt transparantie maken als u een nieuwe laag maakt of het achtergrondgummetje of het tovergummetje gebruikt.

Als u met GIF- of PNG-8-bestanden werkt, kunt u transparantie met harde randen maken waarbij alle pixels die in de oorspronkelijke afbeelding voor meer dan 50% transparant zijn, volledig transparant worden in de geoptimaliseerde afbeelding. Alle pixels die in de oorspronkelijke afbeelding voor meer dan 50% dekkend zijn, worden in de geoptimaliseerde afbeelding dekkend. Gebruik transparantie met harde randen als u niet weet wat de achtergrondkleur van een webpagina is of als de achtergrond van een webpagina een structuur of een patroon bevat. Houd er echter rekening mee dat transparantie met harde randen gekartelde randen kan veroorzaken in de afbeelding.

GIF-afbeelding zonder transparantie met harde randen (links) en met transparantie met harde randen (rechts)

Achtergrondtransparantie in een GIF- of PNG-afbeelding behouden

De indelingen GIF en PNG-8 ondersteunen één niveau van transparantie: pixels kunnen volledig transparant of volledig dekkend zijn, maar niet gedeeltelijk transparant. (De PNG-24-indeling daarentegen ondersteunt meerdere niveaus van transparantie. Een afbeelding kan 256 verschillende graden van transparantie bevatten, variërend van dekkend tot volledig transparant.)

  1. Open of maak een afbeelding met transparante gedeelten en kies Bestand > Opslaan voor web.
  2. Kies in het dialoogvenster Opslaan voor web GIF, PNG-8 of PNG-24 als optimalisatie-indeling.
  3. Selecteer Transparantie.
  4. Geef bij GIF- en PNG-8-indelingen aan hoe u de gedeeltelijk transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding wilt behandelen. U kunt deze pixels laten overvloeien in een mattekleur of u kunt transparantie met harde randen maken.

Een GIF- of PNG-afbeelding met matte maken

Als u weet wat de achtergrondkleur is van een webpagina waarop een afbeelding wordt weergegeven, kunt u de functie voor mattekleuren gebruiken om transparante pixels te vullen of te vermengen met een mattekleur die overeenkomt met de achtergrondkleur van de webpagina.

  1. Open of maak een afbeelding met transparante gedeelten en kies Bestand > Opslaan voor web.
  2. Kies in het dialoogvenster Opslaan voor web GIF, PNG-8 of PNG-24 als optimalisatie-indeling.
  3. Voer voor de GIF- en PNG-8-indeling een van de volgende handelingen uit:
    • Om volledig transparante pixels transparant te houden en gedeeltelijk transparante pixels te laten overvloeien in de mattekleur, selecteert u Transparantie. Met deze functie voorkomt u het halo-effect dat ontstaat als een afbeelding met anti-aliasing wordt geplaatst op een webpagina waarvan de achtergrond verschilt van de achtergrondkleur van de oorspronkelijke afbeelding. Hiermee voorkomt u ook de gekartelde randen die ontstaan bij een transparantie met harde randen.

    • Om volledig transparante pixels te vullen met de mattekleur en gedeeltelijk transparante pixels te laten overvloeien in die mattekleur, schakelt u Transparantie uit.

  4. Selecteer een kleur in het menu Matte:
    • Kleur pipet (als u de kleur in het voorbeeldvak van het pipet wilt gebruiken)

    • Wit, Zwart of Ander (als u de kleur wilt kiezen met de Kleurkiezer)

Transparantie met harde randen in een GIF- of PNG-8-bestand maken

Gebruik transparantie met harde randen als u niet weet wat de achtergrondkleur van een webpagina is of als de achtergrond van een webpagina een structuur of een patroon bevat. Houd er echter rekening mee dat transparantie met harde randen gekartelde randen kan veroorzaken in de afbeelding.

  1. Open of maak een afbeelding met transparante gedeelten en kies Bestand > Opslaan voor web.
  2. Kies in het dialoogvenster Opslaan voor web GIF of PNG-8 als optimalisatie-indeling.
  3. Selecteer Transparantie.
  4. Selecteer Geen in het menu Matte.

Een JPEG-afbeelding met matte maken

Alhoewel de JPEG-indeling geen transparantie ondersteunt, kunt u met een mattekleur de transparantie van de originele afbeelding simuleren. De mattekleur vult de volledig transparante pixels en vloeit over in gedeeltelijk transparante pixels. Als de JPEG-afbeelding op een webpagina wordt geplaatst die dezelfde achtergrondkleur heeft als de mattekleur, lijkt de afbeelding over te vloeien in de achtergrond.

  1. Open of maak een afbeelding met transparante gedeelten en kies Bestand > Opslaan voor web.
  2. Kies in het dialoogvenster Opslaan voor web JPEG als optimalisatie-indeling.
  3. Selecteer een kleur in het menu Matte: Geen, Kleur pipet (als u de kleur in het voorbeeldvak van het pipet wilt gebruiken), Wit, Zwart of Ander (als u de kleur wilt kiezen met de Kleurkiezer).

Als u Geen selecteert, wordt wit als mattekleur gebruikt.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?