Start eerst Photoshop en daarna MATLAB.
Over Photoshop en MATLAB
MATLAB is een geavanceerde technische computertaal en interactieve omgeving voor algoritmeontwikkeling, gegevensvisualisatie, gegevensanalyse en numerieke berekeningen. Met Photoshop kunt u de resultaten van door MATLAB verwerkte afbeeldingen weergeven in Photoshop en MATLAB-opdrachten combineren met de functies voor afbeeldingsbewerking van Photoshop.
Als u vanuit MATLAB verbinding hebt gemaakt met Photoshop en een opdracht typt bij de MATLAB-opdrachtaanwijzing, worden bewerkingen uitgevoerd in Photoshop. U kunt MATLAB-algoritmen uitvoeren en de resultaten bekijken in een afbeelding in Photoshop.
Voor de communicatie tussen Photoshop en MATLAB wordt gebruikgemaakt van de Photoshop JavaScript-interface en de MATLAB-bibliotheekinterface.
MATLAB en Photoshop instellen
Installeer Photoshop en MATLAB op uw computer. Nadat Photoshop en MATLAB op uw computer zijn geïnstalleerd, dient u de integratie met MATLAB te controleren.
De MATLAB-plug-in installeren
Download en installeer het MATLAB plug-inpakket.
Dit pakket bevat de MATLAB-bibliotheek en voorbeeldscripts voor zowel Engels als Japans.
Installeer de juiste compiler voor 64-bits systemen
Voor gebruik van de Photoshop-interface op een 64-bits systeem moet een C-compiler worden geïnstalleerd:
In Windows installeert u Microsoft Visual Studio.
In macOS installeert u XCode.
De integratie met MATLAB controleren
-
-
Voeg vanuit MATLAB het pad Photoshop/MATLAB toe, inclusief de submappen.
-
Open bij de MATLAB-aanwijzing de map MATLAB. Zoek en open de map Tests en typ testall.
-
Photoshop en MATLAB voeren dan een aantal tests uit om de integratie tussen de twee programma's te verifiëren. Daarna wordt een rapport weergegeven.
(Optioneel) Toegang instellen tot Photoshop vanuit MATLAB
U kunt een pad instellen naar Photoshop, zodat u rechtstreeks vanuit MATLAB toegang hebt tot de Photoshop-opdrachten.
-
Kies in MATLAB de optie File > Set Path.
-
Klik op Add Folder en selecteer de MATLAB-map waarin is geïnstalleerd.
-
Klik op Save en vervolgens op Close.
-
Kies File > Preferences in het MATLAB-menu.
-
Klik op de structuur General in het dialoogvenster Preferences (linksboven).
-
Klik op de knop Update Toolbox Path Cache.
-
Klik op Apply en klik vervolgens op OK.
Verbinding met Photoshop tot stand brengen of verbreken vanuit MATLAB
-
Voer in MATLAB een van de volgende handelingen uit:
Typ pslaunch en druk op Enter (Windows) of Return (macOS) om Photoshop te starten of om verbinding te maken met Photoshop.
Als u de verbinding met Photoshop wilt verbreken en wilt afsluiten, typt u psquit en drukt u op Enter (Windows) of Return (macOS).
De Help van MATLAB gebruiken
Het Help-systeem van MATLAB bevat voorbeelden van een workflow tussen MATLAB en Photoshop.
-
Kies Help > Full Product Family Help.
U ziet dan een Photoshop-gereedschapset met opdrachten in submenu's, zoals Voorbeelden om aan de slag te gaan. Voer de volgende stappen uit als de Photoshop-gereedschapset niet wordt weergegeven.
-
Klik op de knop Start.
-
Kies Desktop Tools > View Source Files.
-
Klik achtereenvolgens op de knoppen Refresh Start en Close. Probeer het menu Help daarna nogmaals.
MATLAB-opdrachten
Door opdrachten te typen op de opdrachtregel van MATLAB kunt u een verbinding met Photoshop tot stand brengen of verbreken en kunt u pixels genereren die kunnen worden weergegeven in een Photoshop-document.
Blader door het bestand psfunctionscat.html voor een lijst met alle MATLAB Photoshop-opdrachten. U vindt dit bestand in de MATLAB-map in de map waarin u Photoshop hebt geïnstalleerd. Typ help (opdrachtnaam) bij de MATLAB-opdrachtaanwijzing voor een uitgebreidere beschrijving van alle opdrachten, met bijvoorbeeld de syntaxis, argumenten en voorbeelden.
Alle MATLAB-opdrachten worden ondersteund voor Japanse tekens. MATLAB voor Windows biedt ondersteuning voor een Japanse gebruikersinterface op systemen waarop de Japanse versie van Windows wordt uitgevoerd. MATLAB voor macOS ondersteunt op macOS-systemen in de Japanse taal alleen Amerikaans-Engels. Neem voor nadere informatie contact op met The MathWorks, Inc.
Een document maken in MATLAB
-
Typ psnewdoc in MATLAB.
-
Voer een van de volgende handelingen uit om de kenmerken van het nieuwe document op te geven:
Als u een document wilt maken met gebruik van de standaardwaarden, typt u psnewdoc(). Verderop vindt u meer informatie over de standaardwaarden.
Als u een document wilt maken met een specifieke breedte en hoogte, typt u psnewdoc(W,H). Voor de waarden W en H worden de eenheden gebruikt die zijn ingesteld bij Eenheden & linialen in het dialoogvenster Voorkeuren van Photoshop. Voor de andere documentkenmerken worden de standaardwaarden hersteld.
Opmerking:Typ de reeks ‘undefined’ als u het invoeren van argumenten wilt overslaan. De standaardgrootte van een nieuw document is 504 x 360 pixels.
- Als u documenten wilt maken en kenmerken wilt opgeven, typt u psnewdoc(W,H,R,N,M,F,A,B,P). Verderop vindt u informatie over de kenmerken van nieuwe documenten.
Hier volgt een voorbeeld van code voor het maken van een document en het opgeven van alle kenmerken in MATLAB:
psnewdoc(10, 10, 72, 'hi', 'cmyk', 'transparent', 2.5, 16, 'U.S. Web Coated (SWOP) v2')
Kenmerken en standaardinstellingen van nieuwe documenten
Als u psnewdoc(W,H,R,N,M,F,A,B,P) opgeeft, maakt u een document met waarden voor de volgende kenmerken:
B
Verwijst naar de breedte van het document, uitgedrukt in de eenheden die zijn ingesteld bij Eenheden & linialen in het dialoogvenster Voorkeuren van Photoshop. De standaardbreedte is 504 pixels.
H
Verwijst naar de hoogte van het document, uitgedrukt in de eenheden die zijn ingesteld bij Eenheden & linialen in het dialoogvenster Voorkeuren van Photoshop. De standaardhoogte is 360.
R
Verwijst naar de resolutie, de standaardinstelling 72 ppi.
N
Verwijst naar de documentnaam. De standaardnaam is Untitled‑X waarbij X naar de index voor nieuwe documenten verwijst.
M
Verwijst naar de kleurmodus: RGB, CMYK, Lab, bitmap of grijswaarden. De standaardinstelling is RGB.
F
Verwijst naar de achtergrondinhoud van het nieuwe document: wit, achtergrondkleur of transparant. De standaardinstelling is wit.
A
Verwijst naar de pixelverhouding, de standaardinstelling is 1.0 (vierkante pixels).
B
Verwijst naar de bitdiepte: 1, 8, 16 of 32. De standaardinstelling 8.
P
Verwijst naar het kleurprofiel. Standaard wordt het profiel van de werkruimte van de opgegeven kleurmodus gebruikt. De werkruimten worden opgegeven in het dialoogvenster Kleurinstellingen in Photoshop.